In december 2000 komen we in contact met een zeer bedroefde violist.
Hij vertelt het trieste verhaal van de brand aan boord van zijn woonboot. Het dramatische van de gebeurtenis wordt nog eens versterkt door de aanblik van restanten van wat eens zijn geliefde viola d’amore was.
We besloten het avontuur aan te gaan en een nieuwe viola d’amore te bouwen.
De vorm en het maken van De mallen
Nadat we de restanten van de viola d’amore van Johann Muschke zorgvuldig hebben bestudeerd, de kranshoogte gevonden, de vorm, de dikte. de bladen na gemeten, de welvingen bepaald, zijn we begonnen met de reconstructie van de vorm van het instrument. De vorm en afmetingen van de hals en de dubbele schroevenkast konden terugvinden zowel in de restanten als op foto’s. Van het gesneden mannenkopje was voldoende over gebleven om er een goede kopie van te kunnen maken. Eerst maakten we de vorm van de body in karton om aan de hand daarvan een zinken mal te maken die nodig is om de binnenmal te zagen.
Deze binnenmal wordt zorgvuldig, gevijld en geschraapt tot de exacte vorm is verkregen. Er worden uitsparingen in gezaagd waar de hoekblokken, het halsblok en het onderblok komen.
Als de blokken in de mal zijn gelijmd wordt met de zinken mal de blokken in vorm gestoken.
Dan is de mal voor het vormen van de krans klaar.
Het hout
Voor dit bijzonder instrument zijn we op zoek gegaan naar bijzonder hout.
Voor het onderblad vonden we een blok prachtig esdoorn waaruit het het blad in zijn geheel gestoken kan worden. Mooi gevlamd zoals van het origineel instrument.
Het klankblad wordt van fijn generfd fijnspar uit 1978.
Het hout voor de hals en de krans is geselecteerd op vlamtekening passend bij het onderblad.
De toets, de snaarhouder en de stemschroeven worden gemaakt uit een paar mooie balkjes ebbenhout.
De Krans
We nemen de stroken esdoorn die bedoeld zijn voor het maken van de krans. De krans is de opstaande rand tussen de beide bladen van de viool.
Als de stroken op maat en op dikte zijn gebracht worden de kransdelen met behulp van een buigapparaat in vorm gebogen.
De gevormde kransdelen worden vervolgens om de binnenmal gelijmd.
Na zorgvuldiger controle van de krans op zijn haaksheid wordt het onderblad er op gelijmd en geklemd
Later wordt de houten mal verwijderd
De hals en schroevenkast
Zoals te zien op de originele foto’s heeft deze viola d’amore een bijzondere hals met een dubbele schroeven kast en in plaats van een krul een kopje van een man, misschien het portret van de oorspronkelijke opdrachtgever voor de Johann Muschke uit 1850
We willen een zo exact mogelijke kopie maken dus moeten we het kopje ook namaken.
De viola d’amore heeft zeven melodiesnaren die gestemd worden met de stemschroeven die in de voorste schroevenkast zitten. Deze snaren lopen boven de toets en over de kam naar de snaarhouder.
Bovendien heeft een viola d’amore nog zeven sympathische snaren die verbonden zijn met de stemschroeven in de achterste schroevenkast. De sympathische snaren komen van de achterkant en lopen onder de toets door en door de kam. Met kleine metalen pennetjes worden ze vastgezet in het onderblok van het instrument
Opvallend is de rijke decoratie van de hals. Voor de motieven hebben we eerst zinken mallen gezaagd om deze zo precies mogelijk over te kunnen brengen op hals.
Omdat er 14 sleutels in de kasten zitten, moeten deze dunner zijn dan gebruikelijk. We hebben hiervoor speciaal dunnere sleutels gedraaid. Het geheel heeft een elegant en heel ritmisch effect.
Het bovenblad, ook wel het klankblad genoemd, wordt op de zelfde manier als het onderblad afgetekend en uitgezaagd. De welvingen van de bladen van de Johann Muschke blijken identiek te zijn zodat we met dezelfde mallen het blad kunnen welven. De dikte van het bovenblad hebben we voor een groot deel kunnen overnemen van de restanten van het originele instrument.
De vorm van de vlamgaten ( geen f-gaten ) reconstrueerden we met behulp van voorbeelden uit musea en uit de bestaande literatuur. We hadden enige steun aan het origineel.
Voor het rozet onder de toets gebruikten we de letters van onze namen om een monogram te maken.
Nadat we van de vlamgaten en het rozet zinken malletjes hebben gemaakt, kunnen we deze aftekenen op het bovenblad en uitsnijden.
Aan de binnenkant van het bovenblad wordt de zangbalk geplaatst. De zangbalk of ook wel basbalk dient voor de tegendruk van de snaren en voor de toonvorming van de lage tonen.
Daarna kan de klankkast van de viola worden dichtgelijmd
De randinleg
Als de bladen gelijmd zijn snijden we een groef evenwijdig aan de omtrek van de bladen waarin de randinleg wordt gelijmd. Deze randinleg, die in zeer decoratieve functie heeft beschermt de bladen tegen inscheuren en wordt dus niet alleen als versiering aan gebracht. Het strookje inleg materiaal bestaat uit twee laagjes ebben met daar tussen esdoorn.
De afwerking
De hals wordt nu geplaatst en als de toets, de kam en de snaarhouder gemaakt zijn kunnen we beginnen met de afwerking. Het lakken is een precies karwei waarbij meerdere dunne laagjes over elkaar de uiteindelijk kleur aan het instrument geven. Na zorgvuldig drogen gaan we de viola d’amore speelklaar maken. De 7 melodiesnaren liggen boven de toets en op de kam en worden aan de snaarhouder vastgemaakt. De sympathische snaren lopen onder de toets door en door de kam. Deze worden met kleine messing pennetjes aan de onderkant van de krans bevestigd.